Wat ik ervan vind dat vooral werkende ouders de dupe zijn van het kinderopvangbeleid van de stad? Een jonge vader sprak me op mijn Sweet Sixteen-namiddag van enkele weken geleden met deze vraag aan. Hij had in het verkiezingsprogramma van NV-A Gent gelezen dat het vooral werklozen en allochtonen zijn die van het aanbod in de kinderopvang gebruik mogen maken. “Als er al zo weinig plaats is, is dat toch niet normaal.”
Ik beloofde de man wat opzoekingswerk te doen, want – eerlijk – de uitspraak verraste me.
Ik weet dat heel wat mensen zich zorgen maken over de kinderopvang in Gent, maar deze discussie was me vreemd. Eerst even het partijprogramma van NV-A Gent gecheckt. Inderdaad, pagina 46 meldt “Vooral werkende ouders blijven te vaak in de kou staan, zeker als ze ook nog eens onregelmatige uren hebben of in ploegendienst werken. Gent werkt dit zelf in de hand door buitenproportionele quota voor kansengroepen te hanteren: maar liefst 30% tot 50% van de capaciteit in de stedelijke kinderopvang wordt voorbehouden voor onder meer werklozen en minderheden.” Einde quote, maar niet einde opzoekingswerk.
De jaarlijkse analyse van de Dienst Kinderopvang en de Dienst Dataplanning en Monitoring van de stad Gent over het opvangaanbod in Gent is in deze relevant. Wat zie ik? De stad Gent is van bijna 25% van alle kinderopvang in Gent de initiatiefnemer. Dat komt neer op een goede 1000 plaatsen. Ik stel ook vast dat minstens 50% van de plaatsen wordt toegewezen aan buurtbewoners van de opvangvoorziening. En Gentenaars hebben steeds voorrang op niet-Gentenaars. Van alle kinderen in deze opvang heeft 90% werkende ouders. Over het soort werk dat de werkende ouders verrichten bestaat geen informatie. In een grafiek ziet dat er zo uit:
Conclusie? Dat vooral werkende ouders in de kou blijven staan bij het kinderopvangbeleid in onze stad is een leugen. Het beschikbare cijfermateriaal bewijst zelfs het tegendeel. Het is bovendien onmogelijk om uitspraken te doen naar beroepsgroep. Op het hele internet is geen enkele statistiek te vinden die hierover informatie verschaft.
Bizar toch, dat wie zo sterk ijvert voor de kracht van verandering, eigenlijk nog niet eens zicht heeft op de bestaande toestand.
Is dat niet dé truuk? Zo hard liegen dat je jezelf gaat geloven?