“In Hasselt is een heel goed overdekt skatepark. Dat zou ik graag in Gent ook willen zien.”

Op 14 oktober 2012 doe ik mee aan de Gentse gemeenteraadsverkiezingen. Vanop plaats 16 van SP.A-Groenlijst ijver ik voor een sociaal en ecologisch Gent. Eigenlijk wil ik alle Gentenaars ontmoeten, maar dat is helaas niet mogelijk. Daarom zoek ik 100 Gentenaars op. Zij mogen me vertellen wat ik voor hen kan doen!

Yen vertrekt net van het skatepark om zijn ingangsexamen voor de Sint-Lucas Hogeschool voor te bereiden wanneer ik hem aanspreek. 18 jaar, net afgestudeerd en klaar om voor de eerste keer te stemmen.

“Gent in drie woorden? Een zeer wijze stad, met leuke mensen waaronder ook veel buitenlanders.”

“Je ontmoet makkelijk leuke mensen in Gent. Op dat vlak is onze stad wel erg sociaal. Je komt tijdens de Gentse Feesten constant nieuwe, leuke mensen tegen. Maar ook tijdens het skaten hier in het Keizerpark, of tijdens dubstepfeestjes ontmoet je boeiende mensen. Ik zou niet weten of dat in andere steden ook zo is…”

Ik kom bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen voor de eerste keer op. Wat kan ik voor jou betekenen?

“Ik erger mij aan de agressiviteit in de stad. Dat komt vooral van hangjongeren, zowel Belgen als buitenlanders. Dan komen er mensen die je niet kent boel zoeken voor niets. Ik heb het al zelf meegemaakt aan de lijve. En dat is spijtig. Daarnaast zou er een nieuw skatepark mogen bijkomen in Gent. Die aan het Zuid en in het Keizerpark zijn te klein, en niet overdekt. Soms skaten we op privé-terreinen met een goede ondergrond, maar daar worden we –begrijpelijk wel- weggejaagd. In Hasselt is een heel goed overdekt skatepark. Dat zou ik graag in Gent ook willen zien. Misschien is het Citadelpark daarvoor een goede locatie? Tja, maar dan moeten ze ook wel iets doen aan de veiligheid ‘s nachts.”

Tijd voor mijn trouwe, afsluitende vraag! Wat is je lievelingsplek in Gent?

“Om te skaten: het Keizerpark of het Zuid. Maar anders kan je me wel vinden in een park of aan de Graslei. De Overpoort daarentegen is mijn ding niet.”