“Er moet terug een speelgoedwinkel in onze buurt komen. De grote speelgoedwinkel in de Steendam is er weg en dat is héél jammer.”

Op 14 oktober 2012 doe ik mee aan de Gentse gemeenteraadsverkiezingen. Vanop plaats 16 van SP.A-Groenlijst ijver ik voor een sociaal en ecologisch Gent. Eigenlijk wil ik alle Gentenaars ontmoeten, maar dat is helaas niet mogelijk. Daarom zoek ik 100 Gentenaars op. Zij mogen me vertellen wat ik voor hen kan doen!

Wannes (9) en Janne (8) wonen in de Heirniswijk met hun mama, papa en jongere broer en zus. Ze houden van spelen, spelen en euh… spelen. En daarover willen ze met plezier wat meer vertellen.

Wat is Gent in drie woorden volgens jullie? “Gent is klein, maar met veel parken en veel winkels.

Gent is klein, want het is maar een stipje op de kaart. Het leuke is dat we veel mensen kennen. In onze straat wonen veel kindjes die naar dezelfde school gaan.”

Wannes: “Ja, 3 kindjes.” Janne: “Nee, 4!” (en ze lachen allebei)

“We spelen soms op straat, maar meestal gaan we naar het park. Daar is het leuker, want er zijn schommels. En wegjes om te fietsen en bomen om verstoppertje te spelen. Weet je trouwens hoe het park hier heet? Het Astridpark!”

Wannes en Janne, zouden jullie hier in Gent iets willen veranderen?

Wannes: “Ja, ik vind dat er minder vervuiling moet zijn. Het water van de rivieren is vies omdat er slechte mensen zijn die er zomaar hun vuilnis in gooien.” Janne: “En er zijn te veel auto’s! Die zorgen ook voor vervuiling. Mama en papa hebben onze auto weggedaan en kopen ook geen plastic flessen meer. We maken nu wel zelf spuitwater en limonade. Superlekker!”

Wannes: “Er is nog iets! Er moet terug een speelgoedwinkel in onze buurt komen. De grote speelgoedwinkel in de Steendam is er weg en dat is héél jammer.”

Naar het Astridpark gaan jullie duidelijk graag. Maar wat is jullie lievelingsplekje?

Wannes: “De Rozenbroeken, voor het zwembad én voor het park.”

Janne: “Toch niet het zwembad van de Rozenbroeken? Daar hebben ze zo’n vervelend systeem met bandjes. Ik kies de Van Eyck als lievelingsplekje! En als ik thuis ben: mijn eigen kamer.”