- De Gentse COPS-unit is erg actief: in 2014 werden er meer dan 6000 interventies verricht.
- De Gentse COPS-unit vat bijna dagelijks daders op heterdaad (297 in 2014 of 5,8 per week)
- De Gentse COPS-unit heeft extra wapens en uitrusting ter beschikking, waaronder ook de FN303. Zij hebben dit wapen het afgelopen jaar reeds meer dan 100 keer uitgehaald voor mogelijk gebruik bij een kritische situatie maar uiteindelijk niet gebruikt omdat andere alternatieven zoals mondelinge overtuiging van de agressor gewerkt hebben. De Gentse politie heeft geen tasers.
- Er gaat bijzondere aandacht naar de (continuë) opleiding van de leden van de COPS-unit. Zo krijgen zij niet enkel training om met de FN303 te werken, maar ook trainingen inzake ”first speaker” voor de beginaanpak van een gijzeling en trainingen over ‘hoe omgaan met mensen die door het lint gaan”.
SCHRIFTELIJKE VRAAG NR. 538/15 van raadslid Astrid De Bruycker gericht aan de burgemeester
Betreft: Werking speciale COPS-unit in Gent
Toelichting:
In Gent bestaat sedert 2006 een speciale COPS-unit die bijstand verleent bij incidenten met verhoogd risico.
Vraag:
- Hoeveel interventies doet deze COPS-unit gemiddeld per jaar?
- Van welke aard zijn de interventies van de COPS-unit?
- Wat zijn de criteria op basis waarvan wordt beslist de hulp van de COPS-unit in te roepen?
- Zijn er criteria op basis waarvan men kan besluiten de COPS-unit eerder niet op te roepen (vb. zorgsetting, aanwezigheid minderjarigen of kwetsbare personen…)?
- Over welke extra middelen beschikt de COPS-unit? Gaat het ook over zogenaamde ‘less lethal weapons’?
- Welke bijkomende opleiding kregen/krijgen de leden van de COPS-unit?
Antwoord van de burgemeester:
Geacht raadslid
Zoals in elke grootstad beschikt de Gentse Politie over een bijzondere bijstand volgens de regels van de Ministeriële Omzendbrief GPI81.
De taken van de Bijzondere Bijstand gebeuren ter ondersteuning van de basispolitiezorg.
Wanneer er nood is aan een ‘bijzondere bijstand’ in situaties met een hoge risicograad kunnen de leidinggevenden van de Lokale Politie beslissen om de opdrachten te laten uitvoeren door een team van de Bijzondere Bijstand.
Er werd een niet-limitatieve lijst opgesteld van taken met een bijzondere risicograad. Deze lijst kan als richtinggevend worden beschouwd.
- het nemen van maatregelen ter voorbereiding van de tussenkomst van de Speciale Eenheden (perimeters, voorbereiden noodscenario);
- tussenkomst bij verschansing door één of meerdere personen die weigeren zich over te geven aan de Politie;
- arrestaties met een bijzonder risico of versterkte huiszoeking;
- interventie bij oproer of onlust in een penitentiaire instelling;
- tussenkomst in een beperkte ruimte met een bijzonder risico (cel);
- overbrenging van gevangenen categorie 2;
- bescherming van een transport met een bijzonder risico;
- controle van een gevaarlijk persoon;
- de onderschepping van voertuigen met het oog op de arrestatie van een verdachte;
- nabije bescherming van bedreigde personen.
De COPS-unit ondersteunt de klok rond de basispolitiezorg telkens er een bijzonder risico is.
Het kan dan gaan om bijvoorbeeld:
- het nemen van maatregelen bij buitengewone incidenten;
- tussenkomen bij verschansing door één of meerdere personen die weigeren zich over te geven aan de politie;
- tussenkomst in een beperkte ruimte met een bijzonder risico (cel);
- interventie bij oproer of onlust in een penitentiaire instelling;
- controle van een gevaarlijk persoon;
- arrestaties met een bijzonder risico of versterkte huiszoeking. In opdracht van: de Lokale Recherchedienst, de Federale Gerechtelijke Politie of na een interventie;
- in hetzelfde kader kan een onderschepping van een voertuig;
- overbrenging van gevangenen categorie 2;
- nabije bescherming van bedreigde personen. Jaarlijks worden verschillende protectie-opdrachten door onze eenheid verzorgd.
In totaal werden er 6.083 interventies verricht door COPS in 2014.
Er werden 279 interventies afgewerkt waarbij de verdachte(n) gewapend was (waren). Dit betreffen zowel vuur-, steek- en slagwapens.
297 daders werden op heterdaad gevat. Tweemaal werd een tactische tussenkomst in een kleine ruimte uitgevoerd.
In 13 gevallen werd een dispositief COPS opgeroepen en 43 bijstandsopdrachten werden uitgevoerd.
De politieleiding stelt dat je aan politiemensen, en in het bijzonder aan de snelle respons teams, zo veel mogelijk alternatieven moet aanbieden en hen aanleren om binnen een concrete situatie te kunnen evolueren naar het best mogelijke antwoord op nakend geweld.
Alternatieven zijn nodig zoals verschillende soorten wapens (individueel basiswapen, matrak, spray, zwaarder wapen, less lethal wapens etc.) en verschillende soorten beschermingen (kogelvrije vest, kogelvrij schild etc.) en verschillende wijzen van benaderen maar ook specifieke trainingen betreffende communicatie naar specifieke situaties toe.
In dat alles heeft de Gentse Politie het afgelopen jaar sterk geïnvesteerd onder meer door trainingen inzake ”first speaker” voor de beginaanpak van een gijzeling maar ook trainingen naar ‘hoe omgaan met mensen die door het lint gaan”. Elke situatie is anders en een perfecte oplossing is er nooit want het is veelal op basis van beperkte informatie kiezen voor een bepaalde interventiestrategie.
De COPS-unit heeft dus inderdaad ook de FN303 als less-lethal wapen in gebruik maar niet de teaser. Na de nodige scholing van de monitoren en vervolgens ook de leden, keurde de minister van Binnenlandse Zaken het gebruik van de FN303 goed. FN303 is een bijzondere bewapening (cfr. GPI62), de nominatieve machtiging door de minister van Binnenlandse Zaken is noodzakelijk en de gebruikers dienen een erkende opleiding van 8u te volgen. Na het slagen in deze opleiding is de gebruiker gemachtigd om de FN303 te gebruiken. Jaarlijks is een 4u durende training noodzakelijk. Er dient ieder jaar verantwoording te worden afgelegd aan de minister.
De inzet van FN303 is sterk omlijnd en gereglementeerd. Het wettelijk kader vormt de uitgangspositie (WPA). De FN303 mag maar gebruikt worden in volgende omstandigheden:
- tussenkomst gevangenis;
- onmiddellijk stoppen van een agressor, zonder hem levensgevaarlijk te verwonden;
- het bewaken van een persoon die gevaar loopt;
- uitvoeren van een noodplan bij fort chabrol of gijzeling, in afwachting van de gespecialiseerde eenheden van de Federale Politie;
- overmeesteren van een persoon die zichzelf of een derde een ernstig letsel wil toebrengen.
Na gebruik dient er steeds verantwoording afgelegd te worden aan de bevoegde overheden d.m.v. een proces-verbaal en het formulier B80 (statistiek).
Eénmaal per jaar dient er een omstandig verslag naar de minister gestuurd te worden met de vermelding waar de FN303 getoond en/of gebruikt werd.
De medewerkers van COPS hebben een uitgebreide opleiding gekregen in het gebruik van dit wapen en hebben dit het afgelopen jaar reeds meer dan 100 keer uitgehaald voor mogelijk gebruik bij een kritische situatie maar uiteindelijk niet gebruikt omdat andere alternatieven zoals mondelinge overtuiging van de agressor gewerkt hebben.
Op de vraag welke de criteria zijn om de COPS al dan niet op te roepen en of het altijd aangewezen is om ze op te roepen kan de politieleiding enkel antwoorden dat de risico-inschatting voor de fysieke integriteit van de bevolking en van de politiemedewerkers de criteria zijn.
Als er geen verhoogd risico is, is hun aanwezigheid niet nodig. Als er wel een verhoogd risico is, is hun aanwezigheid (door hun ervaring in het omgaan met geweld, inclusief hun training inzake onderhandelen) de best mogelijke oplossing om het geweld zo minimaal als mogelijk te houden. Altijd zullen zij samen met de leidinggevenden zoeken naar de best mogelijke oplossing.
In de hoop u hiermee een afdoend antwoord op uw vragen te hebben gegeven verblijf ik,
hoogachtend
Daniël Termont
Burgemeester