Meer kinderen… in een fijne en veilige opvang

Vorige week stelde ik tijdens de commissie Onderwijs een mondelinge vraag over de organisatie van buitenschoolse opvang en vrije tijd in Gent. Er staan immers als enkele jaren belangrijke evoluties in de sector en in de Vlaamse regelgeving op til. Een conceptnota voor een nieuw Vlaams decreet ligt er al sedert 2015, maar verder blijft het erg stil. Het nieuwe decreet zou het aanbod van alle actoren die zich bezighouden met de opvang en de vrije tijd van kinderen vanaf 2,5 jaar dichter bij elkaar moeten brengen. Denk aan opvang op school, maar even goed het aanbod van sportclubs of een muziekacademie. Een belangrijke regierol ligt daarbij weggelegd voor het lokaal bestuur.

kinderen9_zonder_doorzichtige_laag

Waarom is dit belangrijk voor Gent?

  • Omdat de vraag heel groot is, getuige dit onderzoek dat de Stad Gent liet voeren bij 1.200 Gentse ouders, sleutelfiguren en kinderen.
  • Omdat het aanbod te beperkt en te versnipperd is. In 2016 waren er voor 25.607 kinderen tussen 3 en 12 jaar slechts 1.350 erkende plaatsen buitenschoolse kinderopvang. In de ene school is de opvang georganiseerd door gediplomeerde kinderverzorgers, in de andere houdt 1 persoon hoogstens toezicht op een speelplaats met 50 tot wel 100 kinderen tussen 2,5 en 12. Dat is geen verwijt naar de scholen, laat staan naar de personen die, vaak met heel veel toewijding, voor dat toezicht zorgen. Maar het is zelfs met de beste bedoelingen onmogelijk om zo een kwaliteitsvolle opvang te garanderen.
  • Omdat de financiering vanuit Vlaanderen structureel tekortschiet en er voorlopig geen enkel signaal is dat dit zal rechtgetrokken worden. Van de 1.350 hierboven vermelde plaatsen zijn er een luttele 131 plaatsen gesubsidieerd door Vlaanderen.

playground-691129_1280Ik heb heel veel waardering voor de inspanningen die de stad, de scholen van alle netten en de organisaties in de vrije tijd de voorbije jaren deden om met hun aanbod tegemoet te komen aan de stijgende vraag van ouders en kinderen. Vele voorbeelden hiervan lees je hieronder in het antwoord van schepen Decruynaere. De stad kaartte dit thema ook meermaals aan bij de Vlaamse regering, en terecht. De grootste inspanning moet immers nog komen en zal een gedeelde inspanningen moeten zijn van de Vlaamse overheid, de lokale overheid en alle partners op het terrein. Zeker indien we een aanbod willen dat voor alle kinderen toegankelijk is, ook voor zij die opgroeien in een gezin met minder financiële slagkracht. Opvang en vrije tijd zijn er immers niet alleen opdat ouders zouden kunnen werken, maar ook omdat ze bijdragen tot de ontwikkeling van al onze kinderen en jongeren.

Schermafbeelding 2018-09-17 om 08.58.41
Het Nieuwsblad, 15/9/18

Meer weten?

  • Hier vind je het hoofdstuk over onderwijs uit het verkiezingsprogramma van sp.a en Groen voor Gent.
  • Onder dit bericht lees je de volledige tekst van mijn vraag en het antwoord van de schepen.
  • Hier lees je het artikel dat het Nieuwsblad schreef over dit onderwerp.

 

(Letterlijk) Mondelinge vraag van raadslid Astrid De Bruycker: Opvang en vrije tijd van kinderen

In maart van dit jaar werden de resultaten van het onderzoek ‘opvang en vrije tijd op maat van kinderen en ouders in Gent’ voorgesteld. Een bijzonder boeiend onderzoek waarin de Stad Gent meer dan 1.200 ouders, sleutelfiguren en ook kinderen vroeg wat ze doen na de schooluren en wat hun wensen zijn op vlak van opvang en vrije tijd. Er werd aangekondigd dat alle partners op basis van de resultaten aan de slag gaan.

  • Welk vervolg wordt gegeven aan het onderzoek? Welke stappen werden intussen nog gezet en welke partners worden daarbij betrokken?
  • Het erg lage aantal vanuit Vlaanderen gesubsidieerde plaatsen buitenschoolse opvang in Gent maakt dat de organisatie van een kwaliteitsvolle, toegankelijke en betaalbare opvang & vrije tijd niet voor de hand ligt.
    • Wat zijn de exacte cijfers? Hoeveel plaatsen buitenschoolse opvang zijn er in Gent? Hoeveel daarvan worden door Vlaanderen betoelaagd?
    • Heeft u als schepen overleg met het Vlaamse niveau in verband met de totstandkoming van het nieuwe decreet? Welke verwachtingen heeft de Stad Gent ten aanzien van de Vlaamse decreetgever?

 

(Letterlijk) Antwoord van schepen Elke Decruynaere:

Beste collega De Bruycker,

Dit is een belangrijk dossier. De afgelopen jaren kreeg ik daar ook veel vragen over en ging ik in gesprek met ouders en met de scholen. Ik heb vragen en signalen naar Vlaanderen geformuleerd. En we zijn in Gent zelf aan de slag gegaan.

De schooldag is meer dan de uren die kinderen doorbrengen in het klaslokaal. De tijd dat ouders – vaak de mama – hun kinderen om half vier van school afhalen is voor vele gezinnen voorbij. De naschoolse tijd is ook een belangrijk moment waarop kinderen hun talenten kunnen leren ontdekken en ontwikkelen.

Maar vandaag de dag is dat niet goed geregeld. In sommige gevallen zijn er gediplomeerde kinderbegeleiders, in andere gevallen is het de taak van de poetsvrouw met een hart voor kinderen om hen op te vangen. De werkvloer snakt naar een hervorming van de buitenschoolse opvang en vrije tijd.

Helaas werkt de Vlaamse regelgever traag in dit dossier.

  • De vorige Vlaamse regering besliste een Staten Generaal voor de Buitenschoolse Opvang en Vrije Tijd te organiseren.
  • In 2014 waren de resultaten van de Staten Generaal er
  • Op 18 december 2015 keurde de Vlaamse Regering de conceptnota voor de krachtlijnen van opvang en vrije tijd goed.

3 jaar later is er nog steeds geen voorstel van decreet. Het dossier is ondertussen een beetje het Loch Ness van de commissie Welzijn. Trek uw plan, is de boodschap naar de ouders en scholen. Vlaanderen geeft geen financiële ademruimte, maar kijkt wel in de richting van de lokale besturen om acties te ondernemen.

En dat deden we in Gent. In 2016 organiseerden we een onderzoek bij 1200 ouders en ondervroegen ook kinderen en jongeren over hun ideale naschoolse tijd.

De belangrijkste conclusies uit het onderzoek zijn, en de eerste is een heel belangrijke nl.

  • Ouders hebben liefst dat hun kinderen thuis of eventueel bij familie opgevangen worden – we moeten als maatschappij dus op vlak van werkbaar werk de juiste keuzes maken, ook – en niet in het minst – in het voordeel van onze kinderen.
  • Er is vraag naar meer aanbod en plaatsen, zowel naschools, op woensdag en tijdens de schoolvakanties. Vooral voor kleuters en tieners. En dat aanbod moet goed zijn. Voor ouders zijn kwalificatie en omkadering van begeleiders belangrijk. Kinderen vragen in de naschoolse opvang meer uitdagend spelmateriaal.
  • Brede Schooldag: Heel wat ouders wensen dat de activiteiten dichterbij of op de school kunnen plaatsvinden. Een aanbod dus buiten de schooluren, binnen de schoolmuren.
  • Gezinnen en scholen kennen en vinden nog onvoldoende hun weg naar het aanbod.

Wat hebben we nu met die resultaten gedaan?

Na het onderzoek organiseerde Dienst Kinderopvang 2 bijeenkomsten (een eerste in maart, een tweede in mei) met alle partners zoals de scholen, aanbieders van buitenschoolse opvang, sport-, jeugd-  en cultuurpartners en ouders. De resultaten van het onderzoek werden voorgesteld en in mei organiseerden we een brainstorm over hoe een goed aanbod er zou kunnen uitzien én wie zelf de handen uit de mouwen kan en wil steken.

Met die gegevens is Dienst Kinderopvang aan de slag gegaan en stelt nu een aantal proefprojectenvoor.

  • Een proefproject in Sluizeken- Tolhuis – Ham zit in de steigers, waar de scholen, Brede School, en buurtpartners het aanbod willen uitbreiden en versterken door meer samen te werken.
  • We willen voor 1 wijk alle communicatie over het naschoolse aanbod op de wijkscholen, maar ook van partners uit de buurt, bundelen en verspreiden naar de scholen. Zij zijn dan op de hoogte van het aanbod over de netten heen en kunnen zo hun ouders goed informeren.
  • Daarnaast willen we ervoor zorgen dat er meer activiteiten naschools, op de school worden georganiseerd. Tenslotte onderzoeken we hoe scholen en partners beter en meer uitdagend spelmateriaal kunnen aankopen aan een voordelige prijs, via een groepsaankoop.

De knoop rond de proefprojecten doorhakken en het verder uitwerken ervan starten we nu in september op. We krijgen hier geen extra financiering vanuit Vlaanderen voor en doen dit dus binnen de bestaande personeelsbezetting en budgetten. In het najaar wordt de denktank opnieuw samengeroepen om het te hebben over de proefprojecten en de evaluatie van vorige zomervakantie.

Tot zover het inhoudelijke verhaal. Een antwoord op uw tweede vraag is niet zo eenvoudig. De laatste cijfers van Kind en Gezin dateren van 2017. Men spreekt over 1.350 opvangplaatsen in Gent die erkend zijn of een vergunning hebben of een subsidie krijgen van Kind en Gezin . Van die 1.350 zijn er 131 plaatsen gesubsidieerd via subsidie voor netoverschrijdende buitenschoolse kinderopvang: de Initiatieven Buitenschoolse Opvang (op drie locaties: IBO Jojo, Mandala, ’ t Sleepken – goed voor 139 vergunde plaatsen) Over de overige plaatsen is momenteel weinig informatie binnen de Stad ter beschikking. Dienst Kinderopvang is in gesprek met Kind en Gezin om deze cijfers verder uit te klaren. Tegelijk proberen we het aanbod dat de niet-stedelijke scholen organiseren in kaart te brengen. Deze oefening is bijna rond.

In Gent waren er in 2016 25.607 kinderen tussen 3 en 12 jaar. Met 1.350 erkende, vergunde of gesubsidieerde plaatsen komen we er niet. Bovendien zijn er ook slechts 131 plaatsen die een IBO-subsidie krijgen. We kunnen echt wel spreken over structurele tekort en een structurele onderfinanciering van buitenschoolse opvang en naschoolse activiteiten.

Sowieso kunnen we concluderen dat het aanbod buitenschoolse opvang in Gent én in Vlaanderen onder druk staat. Dat toont ook het antwoord van minister Vandeurzen op een schriftelijke vraag (341) van Groen-parlementslid Elke Van den Brandt: de buitenschoolse opvang naschools en tijdens de vakantieperiodes heeft een bezetting van meer dan 100% in de IBO in gans Vlaanderen (met uitzondering van Brussel).

Bijkomend en beter aanbod is nodig, daar is iedereen wel van overtuigd. Maar toch blijft dit dossier aanslepen.

Als schepen stuurde ik verschillende keren signalen naar het Vlaamse niveau.

  • In mei 2016 schreef ik een brief gericht aan de ministers Vandeurzen en Crevits over de buitenschoolse opvang en de toekomst ervan. We vroegen daar ook aandacht voor de druk die het M-decreet legt op de kinderbegeleiders. Want ook in de buitenschoolse opvang zijn er nu meer kinderen die extra zorg nodig hebben. Maar helaas is er naschools geen bijkomend personeel voorzien.
  • In juni 2016 kwam minister Vandeurzen zijn kabinetschef op bezoek in Gent.
  • In november 2016 kwam de minister zelf om kennis te maken met de Brede School en het IBO Sluizeken – Tolhuis – Ham. We vroegen toen om bijkomende IBO-subsidies voor Gent.
  • We brachten de buitenschoolse opvang steevast op de agenda in onze halfjaarlijkse besprekingen met Kind en Gezin op mijn kabinet.
  • In oktober 2017 nodigden we de minister uit op een internationaal congres dat Dienst Kinderopvang mee organiseerde over toegankelijke kinderopvang en het bundelen van de krachten tussen onderwijs en buitenschoolse opvang. En in de loop van 2018 stelde mijn partij verschillende vragen in het parlement. Want na de conceptnota van de minister, gingen de meerderheidsfracties van het parlement aan de slag om een ontwerpdecreet te schrijven.
  • Eind juni 2018 stelde de Groen-fractie nog een vraag naar extra financiering voor lokale besturen voor proefprojecten, maar dat blijkt een brug te ver voor de minister. Onder het mom van gelijkheid tussen steden, kunnen er geen bijkomende middelen gegeven worden. Nochtans heerst er al jaren een ongelijkheid in financiering van de buitenschoolse opvang.

Mijn verwachting naar de Vlaamse Regering: dat er snel werk wordt gemaakt van een goed decreet met bijkomende financiering, zodat we goede buitenschoolse opvang en vrije tijd kunnen organiseren voor elk kind in Gent. Dat er in dat decreet een onderscheid gemaakt wordt tussen kleuters en lagereschoolkinderen. Met de nodige financiering en kwaliteitseisen om Buitenschoolse Opvang voor alle kleuters te kunnen organiseren. En genoeg middelen voor een echte Brede Schooldag voor de lagere schoolkinderen met leuke en uitdagende activiteiten binnen de schoolmuren, buiten de schooluren. Dat verwacht ik, samen met de scholen én de ouders, van de Vlaamse Regering.

Tegelijk vragen ouders net meer tijd met hun kinderen. Daarvoor zijn beslissingen nodig rond Werkbaar Werk zoals het herstel van het tijdskrediet en een individuele arbeidsduurvermindering zonder verlies van sociale rechten.

Op beide vlakken kan de Vlaamse Overheid het verschil maken.

Tot nu toe is het het lokaal niveau en niet Vlaanderen, die de motor voor verandering is in dit dossier.We doen in Gent al heel veel om het aanbod naschools en tijdens vakantieperiodes te verrijken. Enkele voorbeelden – met cijfers van zomer 2017, zomer 2018 is in volle evaluatie –

  • De Jeugddienst hervormde in 2014 de Grabbelpas naar de Pretfabriek, dagelijks en flexibel gemiddeld 230 kinderen vanaf 3 jaar, zonder op voorhand te moeten inschrijven, met busvervoer vanuit Mariakerke, Wondelgem en centrum.  Grabbelpas bereikte gemiddeld 60 kinderen per dag.
  • Sinds vorig jaar bouwen we aan een tienerwerking in de Pretfabriek voor jongeren tussen 13 en 15 jaar, waar de jongeren zelf de inhoud en activiteiten bedenken.
  • Vakantieaanbod van de buitenschoolse opvang (st)IBO met gemiddeld 1.500 kinderen per dag die opgevangen worden. Met een uitbreiding van de capaciteit in ZOMER 2018 tijdens de eerste en laatste weken van de vakantie – wanneer de noden het hoogst zijn. (eerst en laatste weken:  250-tal meer opvangplaatsen, tijdens de andere weken 150-tal plaatsen extra capaciteit)
  • Op de Sportkampjes van Stad Gent beleven  meer dan 3.000 kinderen een topzomer.
  • We gingen ook verder met het aantrekken van een externe partner om kampjes op verschillende scholen te organiseren, netoverschrijdend. In 2017 maakten daar in totaal 984 kinderen gebruik van.
  • Er is ook een aanbod dat opvang en sport combineert, goed voor extra capaciteit voor 181 deelnemers in de zomer van 2017.
  • We ondersteunden ouders die zelf hun vakantieopvang willen organiseren. Goed voor extra activiteiten voor 140 kinderen van 95 gezinnen in 5 groepen in de zomer van 2017, ook in de zomer van 2018 gingen deze door.
  • We organiseerden tijdens de zomer 2017 voor de eerste keer vanuit Brede School Zomerkampjes in 7 wijken. Een extra aanbod voor 153 kinderen, met een vervolg in 2018 in 10 wijken.

En na de schooluren:

  • We hebben onze IBO en Stibo, de initiatieven voor Buitenschoolse Opvang van Stad Gent, waardagelijks meer dan 3500 kleutertjes opgevangen worden.  Daarnaast is er ook de buitenschoolse opvang verbonden aan kinderdagverblijven en onthaalouders en alle initiatieven die de scholen in Gent zelf organiseren naschools.
  • Er is het Deeltijds Kunstonderwijs Stad Gent dat met zijn Wijkateliers aanwezig is op 20 scholen, die open staan voor alle kinderen. Ook andere academies richten naschools wijkateliers in.
  • Er zijn de activiteiten van de Brede School, die focussen op beweging. Samen met Sportaround vzw en de Sportsnacks zijn er nu al sportlesjes op meer dan 30 scholen. (de convenant hiervoor staat opnieuw op deze commissie ter goedkeuring)
  • Daarnaast gebruiken nog tal van verenigingen de stedelijke scholen voor hun naschoolse werking.

We mogen best fier zijn op wat we in Gent doen, samen met onze partners. En ik hoop dat dit dossier niet opnieuw over de verkiezingen getild wordt. Het moet gedaan zijn met het ‘trek uw plan’-beleid. De scholen, ouders en hun kinderen verdienen beter.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.