Ook gepubliceerd in De Standaard van 22 september 2016.
Het is oud nieuws, maar het blijft de gemoederen verhitten: de stad Gent pakt huurdiscriminatie aan met praktijktests. Nog vertrouwder nieuws: minister Homans (N-VA), bevoegd voor gelijke kansen, gelooft er niet in. De minister zegt dat praktijktests strijdig zijn met de vrije selectie van verhuurders. Ofwel heeft ze niet begrepen wat de praktijktests precies beogen, ofwel misleidt ze doelbewust. Een verhuurder zoekt een huurder die het pand als een goede huisvader zal beheren en in staat is de huur te betalen. De Antidiscriminatiewet zegt dat hij kandidaten daarbij niet verschillend mag behandelen op basis van bijvoorbeeld handicap, afkomst of seksuele geaardheid, tenzij daar een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor is. Van een kandidaat die met een inkomen van 1.000 euro een pand van 900 euro wil huren, is het objectief en redelijk te stellen dat hij niet in staat zal zijn de huur correct te betalen. Dat is geen discriminatie, dat is selectie.
Maar wat toont het onderzoek van de Universiteit Gent aan? Als Fientje mailt voor een afspraak, kan ze het pand bezoeken. Fientje met een visuele handicap krijgt in 1 op 3 gevallen geen afspraak. Als Jan Modaal mailt voor een afspraak, dan is hij welkom. Als Mohammed Modaal mailt, krijgt hij van 1 op de 3 een nul op het rekest. Dit is geen selectie. Er is geen objectieve of redelijke rechtvaardiging voor deze ongelijke behandeling. Er is geen dunne lijn. Dit is discriminatie, dit is een misdrijf.
En die taaltest dan?
Voor onze overheid vormt het gedrag van burgers een voortdurend aandachtspunt. Om de verkeersveiligheid te verhogen voeren we campagnes tegen te snel of dronken rijden. We informeren over de desastreuze gevolgen van onverantwoord rijgedrag. We sensibiliseren met blitse bobcampagnes. Maar de overheid komt ook straffer uit de hoek: met flitspalen en controles. Niemand stelt deze in vraag. Niemand wil boetes voor snel rijden of straffen voor dronken chauffeurs inruilen voor zelfregulering. We vinden het normaal dat we kwetsbare weggebruikers beschermen tegen wegpiraten.
Wat evident is voor onze verkeersveiligheid, is dat blijkbaar minder voor gelijke kansen. Nochtans is ook op de woonmarkt de ene kwetsbaarder dan de andere. Als de overheid het meent met haar gelijkekansenbeleid, moet ze zich ook hier tonen. Het Gentse stadsbestuur kiest al jaren voor een aanpak van informatie en dialoog. Dat werkt, maar het is niet voldoende. We moeten discriminatie ook controleren en sanctioneren.
De stad Gent, Unia en de UGent nemen een voortrekkersrol op in die strijd tegen discriminatie. Dat zullen ze omzichtig doen, maar wel kordaat. Minister Homans waarschuwt voor een ‘omgekeerd effect’. Dat is zacht gesteld opmerkelijk voor de minister die bindende taaltesten oplegt aan sociale huurders. Ze heeft het voorts over ‘eigendom opeisen’ en ‘communisme’. Maar als we wegpiraten beboeten, doen we dat niet om auto’s in beslag te nemen. We beogen verkeersveiligheid.
En als we huurdiscriminatie sanctioneren, doen we dat niet om eigendom op te eisen. We streven gelijke kansen na. Het is simpel: we passen de wet toe. Omdat wegpiraterij net zoals discriminatie niet relatief is.